Leven met kanker: vulvakanker

Vulvakanker komt niet heel veel voor, jaarlijks bij ongeveer 400 vrouwen. De meeste patiënten zijn ouder dan 70 jaar. Het wordt vaak schaamlipkanker genoemd, maar ook in andere delen van de vulva kan een tumor ontstaan. Doordat deze kanker zo weinig voorkomt is er ook veel onduidelijkheid over. Bijvoorbeeld wat de oorzaak is, welke symptomen ervoor komen en welke behandeling mogelijk is. Leven met kanker: vulvakanker.

Bij wie komt het voor?

Vulvakanker is geen veelvoorkomende type kanker. Rond het jaar 2010 kregen jaarlijks 250 vrouwen hiermee te maken. In 2020 is dit gegroeid naar jaarlijks 400 vrouwen. Ondanks die groei is dit nog steeds heel erg weinig. Overigens hebben de groeiende cijfers met de groei van de bevolking te maken.

Deze kanker komt alleen bij vrouwen voor. Meer dan de helft van de patiënten is ouder dan 70 jaar. Toch kan vulvakanker ook op jongere leeftijd voorkomen.

Verschillende typen vulvakanker

Vulvakanker kent verschillende vormen. Kanker aan de schaamlippen komt het vaakst voor, dit wordt dan ook vulvakanker genoemd. Verder kan ook in andere delen van de vulva kanker ontstaan. Dit zijn onder andere de clitoris, afdekkende huid van de clitoris, de ingang van het plaskanaal, het perineum (huid tussen anus en vagina), de rand van het maagdenvlies en de uitgang van het darmkanaal.

In 70 % van de gevallen gaat het om een huidkanker, in 20 % van de gevallen om een moedervlek en in 10 % van de gevallen zit de kanker in de kliertjes onder de huid.

Lezen: populaire boeken over kanker

Dit is de oorzaak van vulva kanker

Waardoor ontstaat vulvakanker en waarom krijgt de een het wel en de ander juist niet? Deze vraag kun je met alle soorten kanker stellen. Toch zijn er een aantal risicofactoren waardoor je mogelijk vulvakanker ontwikkelt.

Vrouwen met een langdurige irritatie aan de vulva hebben een verhoogd risico op kanker. Bij irritatie moet je denken aan jeuk, roodheid, blaren of andere irriterende symptomen. Het is belangrijk om de oorzaak van irritatie op te sporen.

Bepaalde aandoeningen spelen een rol in het ontstaan van deze vorm van kanker. Dit is bijvoorbeeld met de aandoeningen lichen sclerosus en VIN het geval. Lichen sclerosus komt vaker bij vrouwen na de overgang voor. De huid voelt strak aan en er ontstaan witte plekjes op de huid. Jeuk is ook een algemeen verschijnsel.

VIN staat voor Vulvaire intra-epitheliale neoplasia en is een voorstadium van schaamlipkanker. De eerste klachten zijn jeuk en pijn, dit kan jarenlang aanwezig zijn.

Ook vrouwen die roken hebben een verhoogd risico. Dit geldt mede voor overgewicht.

Symptomen en klachten

Hoe herken je vulvakanker? Bij dit type kanker horen een aantal typische symptomen of klachten. Als eerste ontstaat er een geïrriteerd gevoel aan bijvoorbeeld de schaamlippen of andere onderdelen van de vulva. Vaak zijn deze klachten al enige tijd aanwezig.

Soms ontstaat er een schimmelinfectie die maar niet wil genezen. Of de schimmelinfectie leert telkens terug.

Een van de andere symptomen is irritatie zoals roodheid en jeuk. Maar ook een of meerdere wondjes die niet uit zichzelf wilde genezen en. Tijdens of na het plassen kan alles geïrriteerd en branderig aanvoelen. Hieronder nog eens de symptomen op een rij:

  • Niet genezende schimmelinfectie
  • Geïrriteerd gevoel
  • Jeuk en pijn
  • Niet genezende wondjes
  • Brandend gevoel tijdens of na het plassen

Heb je last van een of meer van bovenstaande symptomen? In veel gevallen geneest dit binnen een tot twee weken. Maar wanneer de symptomen aanwezig zijn is het belangrijk om hier een arts naar te laten kijken.

Lees ook: leven met huidkanker

Behandeling van vulvakanker

Bij vroegtijdige ontdekking en een goede behandeling is de prognose van vulvakanker goed te noemen. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk. Bijvoorbeeld een operatie, bestraling of chemokuur. Hieronder elke behandeling apart besproken.

Operatieve ingreep

Bij een operatie worden de grote en kleine schaamlippen verwijderd. Soms is het ook nodig om de clitoris weg te halen. Een en ander hangt van de locatie en de grootte van de tumor af. De chirurg zal ook naar de lymfeklieren in de lies kijken. Bij mogelijke uitzaaiingen is het nodig om deze lymfeklieren weg te halen.

Bestraling bij vulvakanker

Bij bestraling wordt er gebruik gemaakt van elektronenstraal een. Dit wordt op de tumor gericht. Als gevolg hiervan ontstaat er schade bij de kankercellen. Omdat kankercellen zich niet makkelijk kunnen herstellen zullen ze vaak afsterven. Gezonde omliggende cellen worden ook aangetast. Gelukkig kunnen onze eigen cellen goed herstellen, al vraagt het natuurlijk wat tijd.

Bestraling wordt vaak een combinatie met een operatie toegepast. Houd er rekening mee dat bestraling wat bijwerkingen kent. Dit zijn vermoeidheid, misselijkheid en braken, haaruitval en minder eetlust.

Een chemokuur

Helaas kunnen tumorcellen zich via de lymfeklieren en de bloed door het lichaam verspreiden. Wanneer tumorcellen ergens anders in het lichaam terechtkomen dan groeien ze hier tot een nieuwe tumor uit. Je spreekt dan van uitzaaiingen.

Bij uitzaaiingen wordt vaak een chemokuur toegepast. Dit kan ook in combinatie met bestraling. Een chemokuur bestaat uit een serie van chemisch bewerkte medicijnen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed en komen zo overal terecht. Door de medicijnen verkleinen tumoren als gevolg van vergiftiging.

Ook een chemokuur heeft bijwerkingen. Dit zijn vermoeidheid, misselijkheid en minder eetlust. Haaruitval is ook een bekend verschijnsel maar kan tegenwoordig zoveel mogelijk voorkomen worden.

Hoe effectief is een behandeling?

Je ondergaat een behandeling tegen vulvakanker. Hoe effectief de behandeling is hangt van verschillende factoren af. Bij vroegtijdige ontdekking kan de tumor vaak goed worden aangepakt. Maar wanneer er sprake is van uitzaaiingen dan is een behandeling minder effectief.

Leven met vulvakanker: de overleving (prognose)

Over het algemeen is de prognose bij vulvakanker redelijk goed. Bij vroegtijdige ontdekking en behandeling leeft 90% van de patiënten vijf jaar na de diagnose nog. Bij een gevorderd stadium is dit 70-80% van de patiënten. Wanneer er sprake is van uitzaaiingen dan leeft 25% van de patiënten vijf jaar na diagnose nodig.

Let op, deze cijfers zijn gemiddelden. Je kunt hier geen rechten aan ontlenen. De behandelende arts kan meer over de prognose vertellen.

Blijgezond.nl is een initiatief van gezondheidsdeskundige Dominique